Spreken

Wil je spreekvaardigheid stimuleren? Dan kun je onze 26 spreekvierkanten gebruiken. De spreekvierkanten hebben diverse thema’s.

Werkwijze

Maak een groep van twee tot drie cursisten. Leg vier spreekvierkanten neer. De cursist die het eerst een verhaal (zin of een paar zinnen) kan vertellen waarbij hij/zij een verband legt tussen de vier plaatjes, mag de kaart houden. Vul de kaarten telkens aan.

Je kunt ook vragen om juist op zoek te gaan naar het plaatje dat er niet bij hoort. De cursist die een plaatje ziet dat er niet bijhoort, vertelt waarom het er niet bij hoort.

Vraag naar associaties of ideeën. Waar moet je aan denken als je een bepaald denkvierkant ziet. Welke woorden komen er in je op? Waar moet je aan denken? Wat vindt je mooi en wat niet?

Als je de vierkanten gebruikt, kan je aandacht vragen voor bepaalde grammaticale structuren die je wilt terug horen.

Download hier het pdf met de 26 denkvierkanten.